Wolven in Amsterdam

Wolf - Bron: Pixabay
Wolf – Bron: Pixabay

Er waren al wolven in Amsterdam nog voor iemand ze had zien lopen.
Niet van die harige, romantische schepsels uit natuurdocumentaires, nee, échte wolven: dieren die zich vermommen als mensen met abonnementen op koffiebarretjes en meningen. Maar toen men op een ochtend aan de rand van de stad twee felgele ogen in het struikgewas ontdekte — iets wat niet meteen te herleiden viel tot een verwarde toerist — begon het gemor.

Dat er een wolf gesignaleerd was, leek de Amsterdammers oprecht te verbazen. Alsof de stad niet al jaren een soort natuurreservaat was voor het ongeregelde leven. Een plek waar alles mag, behalve stilstaan.
Maar goed, er was dus een wolf, met poten, tanden en een geduld dat blijkbaar groot genoeg was om zich door de Nederlandse bureaucratie heen te worstelen. Men weet tenslotte: zelfs de natuur moet hier een formulier invullen.

Experts erbij

De experts werden erbij gehaald. Ze droegen plastic hesjes, alsof dat hen beschermde tegen alles wat echt gevaarlijk is.
“De wolf is meer bang voor u dan u voor de wolf”, zeiden ze, een zin die klinkt alsof hij uit een handleiding voor slechte relaties komt.
De mensen knikten dapper, maar keken toch even over hun schouders, alsof er ieder moment een roedel ambtenaren zou kunnen opduiken om hen streng te beboeten voor hun angst.

En dan was er nog de vraag: wat komt zo’n beest hier eigenlijk doen?
De wolf zelf zweeg. Een eigenschap waar veel Amsterdammers nog iets van zouden kunnen leren.

Misschien dacht hij: *mooie stad, maar waar zijn de bomen gebleven?*
Of: *hoe overleef je hier met een vleesdieet dat duurder is dan huur?*
Misschien was hij op zoek naar iets minder menselijks dan wat hij in het bos had achtergelaten.

Slenteren langs de grachten

Want ironisch genoeg bleek Amsterdam precies dat te bieden: stukken groen waarover mensen wanhopig schrijven in beleidsnota’s, terwijl een wolf er zonder commentaar doorheen stapt. Het dier vond zijn weg door parken en achtertuintjes, slenterde langs grachten, keek naar toeristen alsof het natuurdocumentairepubliek was dat hij zelf moest opvoeden.

En de stad?
Die begon het beest te omarmen zoals ze alles omarmt: met een mengeling van nieuwsgierigheid, betutteling en een enorm gevoel van eigen belangrijkheid.
“Onze wolf,” noemden ze hem al. Alsof hij een kunstwerk was dat City Marketing persoonlijk had besteld.

Maar misschien is het goed, dacht ik, dat er weer wolven zijn in Amsterdam.
Een stad die ooit trots was op haar wilde hart, maar dat langzaam had ingeruild voor stokbroden met truffelmayonaise.
Misschien is dit precies wat we nodig hebben: iets dat niet te regelen valt, niet te vangen in beleid, niet te parkeren in een rek met de naam ‘gedogen’.

En de wolf keek toe

Een herinnering dat de wereld groter is dan wij.
En dat iets ongetemd ons soms komt opzoeken — niet om ons op te eten, maar om ons wakker te houden.

En ergens, aan de rand van de stad, stond de wolf en keek toe.
Hij scheen te glimlachen.
Of dat dacht ik toch.
Maar misschien was het gewoon de wind die door de vacht van iets beters streek en het is maar dat U het weet.

8 x, 9 va (291023)
Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Ook de moeite waard