In het voorjaar verscheen de nota ‘Ruimte voor de voetganger’. Het doel van het nieuwe beleid: “Amsterdam wil een stad zijn die voor iedereen comfortabel toegankelijk is. Voor mensen met een fysieke beperking, voor ouders met kleine kinderen die samen de stad verkennen, voor bezoekers die Amsterdam ontdekken en voor Amsterdammers met volle boodschappentassen. Lopen is namelijk gezond, duurzaam en bovendien een fijne manier om je door de stad te verplaatsen”.

Stoeprand

De nota biedt uitgangspunten bij de herinrichting van straten. In de nota is vastgelegd hoeveel vrije doorloopruimte een voetganger nodig heeft en dat de voetgangers in de planning geen sluitpost meer mogen zijn. De nota verdiende geen schoonheidsprijs. In Trouw stelde toegankelijkheidsexpert Berry den Brinker: “Het is veel te vrijblijvend om te zeggen ‘waar mogelijk 2 meter’. In werkelijkheid zal 1,80 de norm zijn, mét die belachelijke uitzondering voor obstakels die 60 centimeter passeerruimte aan weerszijden overlaten. In het nieuwe beleid rekent de gemeente als enige gemeente in Nederland nu zelfs de stoeprand mee als loopruimte.

Schaamteloos bedroevend

Recent kwamen de nieuwe plannen voor de herinrichting van de Marnixstraat binnen. Dat is de kans om het nieuwe beleid te testen, toch? Maar de ontwerpen zijn schaamteloos bedroevend. In de plannen verdwijnt veel stoepruimte. De voetganger moet het zelfs op de drukke looproute naar het Leidseplein met een veel smallere stoep doen. Veilige oversteekplekken verdwijnen.

Het nieuwe beleid heeft de eerste confrontatie met de praktijk niet overleefd. Van ‘Keizer Voetganger’ is geen sprake. Voetgangers blijven het sluitstuk van de verkeersplanners die verplaatsen belangrijker vinden dan verblijven. Wanneer dringt eindelijk het besef door dat lopen loont?

* Laatste revisie op 20 juni 2020 door Redactie AC

31 x, 1 va (291023)

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.