Een boa met een tulband of een hoofddoek, dat staat ons straks te wachten in Amsterdam. Mij persoonlijk stoort het niet, want dan kun je hem tenminste van verre zien aankomen en wegwezen. Want een ontmoeting met een Boa wil je over het algemeen vermijden, vaak genoeg kost je dat geld.
Amsterdam heeft besloten dat boa’s voortaan bij hun uniform religieuze uitingen mogen dragen, zoals hoofddoek, keppeltje of kruisje. En volgens mij mag de tulband dan dus ook, dat zie je wel bij de Britse politie.
Minister Yesilgöz daarentegen wil het stomweg verbieden. Voordat we daaraan gaan beginnen, wil ik eerst dat ze haar naam vereenvoudigt, bijvoorbeeld in Yessie. Een minister waarvan je telkens moet opzoeken hoe je haar naam schrijft, is niet geschikt voor het openbare ambt. Veel te omslachtig. Dit is eigenlijk nog erger dan een hoofddoek. Zo’n ş met een piemeltje zit niet eens op mijn toetsenbord.

Kom je nooit uit

Verder heeft ze natuurlijk een punt: een uniform heet niet voor niets een uniform, één vorm, iedereen hetzelfde. Overigens had ik van een liberaal meer keuzevrijheid voor het individu verwacht. Een van de liberale kernwaarden van de VVD is: ‘Je eigen geloof kunnen belijden, of juist niet’. Daar moet dus voortaan bij: behalve op straat.
Bij een geloof is het volgens mij niet de bedoeling dat je het willekeurig kunt aan- of uitzetten, naar gelang het je uitkomt. Gek genoeg gebeurt dat in de praktijk veelvuldig, maar het is officieel niet toegestaan door de respectieve opperwezens.
Dit is echt zo’n discussie waar je nooit uitkomt, voor beide op opvattingen is iets te zeggen.
Ik vraag me trouwens af waarom het zo belangrijk is om een religieuze opvatting naar buiten toe uit te dragen. Houd die lekker privé. Maar gek genoeg gaan binnenshuis die hoofdbedekkingen nu juist af. Welbeschouwd zijn die dingen dus toch eigenlijk een vorm van religieus exhibitionisme.

De plaatselijke pispaal

Amsterdam wil die uitingen toestaan om het tekort aan boa’s op te lossen. Dat gaat natuurlijk niet werken. Het is de verkeerde reden. Ik denk sowieso niet dat dragers van keppeltjes en hoofddoeken, laat staan tulbanden, zich nu in groten getale enthousiast aanmelden om boa te worden. Immers, de boa is de plaatselijke pispaal, uitgevonden om de urinestraal van ongenoegen bij de politie uit de buurt en uit de wind te houden.

In de dagelijkse werkelijkheid zie ik hooguit gebeuren dat alleen moslimvrouwen van deze mogelijkheid gebruik zullen maken, zij het spaarzaam. En ze mogen natuurlijk alleen met hoofddoek, niet in boerka. De mannen hebben geen probleem, tenzij ze in djellaba de Boa willen uithangen.
Bij de joden die een publieke geloofsuiting belangrijk vinden, zoals met de kippah, of de orthodoxen met hun peies, verwacht ik nul aanmeldingen. Christenen dragen hun kruisje allang, maar dan onder hun T-shirt. Het benoemen van het kruisje is alleen maar gedaan om enigszins hypocriet het speelveld gelijk te trekken. De praktijk is: sta moslimvrouwen toe om als boa een hoofddoek te dragen, dan komen er misschien meer sollicitanten.
Een veel betere benadering is denk ik om de boa een riant salaris te bieden. Eens zien hoeveel gelovige Boa’s dan nog belang hechten aan hun religieuze parafernalia.
Een prima beloning verdienen de Boa’s sowieso. Volgens mij is Boa (behalve schoolmeester in Amsterdam-West) een van de minst aantrekkelijke beroepen. Je krijgt een hoop shit over je heen, je moet al die asocialen die geen opvoeding hebben genoten de les lezen en daarna de fluimen ontwijken. Handhaving is in Amsterdam vrijwel onbegonnen werk.

Een Boa met een tulband

Vaak wordt gedacht dat vooral mensen die thuis niks te vertellen hebben Boa worden. Dan kunnen ze op straat hun ego tenminste nog wat opkrikken.
Dat is een misvatting. Boa word je uit idealisme, om bij te dragen aan een betere samenleving, zonder oude matrassen en doorgezakte bankstellen bij de vuilcontainers. Om wildplassers en baasjes die geen hondenpoep opruimen te bekeuren. Om het alcoholverbod op de Wallen tot uiterlijk 11 uur ’s avonds te handhaven. Daarbij zijn religieuze uitingen eigenlijk onontbeerlijk om bij het publiek het geweten aan te spreken.

Uiteindelijk moet je dan lezen dat de minister helemaal niks te zeggen heeft over het uiterlijk van de boa’s. Zitten we ons voor niks druk te maken.
Maar een Boa met een tulband zou ik toch wel graag in het straatbeeld zien. De tulband moeten ze een standaard onderdeel van het uniform maken.

Geen idee waarop de afbeelding bij het artikel betrekking heeft, maar het leek me een leuk voorzetje.

* Laatste revisie op 18 maart 2024 door Redactie AC

84 x, 1 va (291023)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.