Zijn slanke vingers gaan behendig langs de jurken op het kledingrek. Ik kom hem tegen op de markt aan de andere kant van de stad, ver van zijn huis. Het is nog vroeg, alleen de marktlui en een paar klanten zijn er. Hij merkt mij niet op. De lichtroze jurk krijgt zijn volle aandacht. Hij pakt de mouw en streelt met zijn hand langs de stof. De marktvrouw kijkt naar hem. Ze lacht. Snel loopt hij de kraam uit. In het voorbijgaan kijkt hij mij aan. Ik zie dat hij mij herkent. “Dag Berat” zeg ik. Hij loopt snel door. Handen in zijn zakken, hoofd gebogen.
Toen hij nog klein was, vond iedereen het schattig. De roze prinsessenjurk uit de poppenhoek was zijn favoriet en paste hem precies. Zijn ogen straalden wanneer hij in de spiegel keek. Aan zijn voeten droeg hij hakken. Als hij liep, keek hij achterom om te zien hoe de hakken op de grond klakten. Hij zorgde voor de poppen, zette kopjes thee en kamde de lange haren van zijn klasgenoten. Zijn zachte stem deinde mee op de verhalen van de meisjes. Iedereen hield van hem. Zijn ouders het meest. Zij lachten vertederd om hun schattige kleuterzoon. Niets aan de hand. Onschuldig kinderspel. Hij hielp mee kleren uitzoeken voor zijn jongere zusje. Thuis gekomen pasten ze om de beurten haar nieuwe jurken. Samen speelden ze alsof ze zusjes waren en Berat hield de jurk aan totdat hij naar bed moest.
Berat werd ouder. Op school verkleedde hij zich nog steeds graag. Jurken, oorbellen, hoge hakken, pruiken. Hij stiftte zijn lippen, kleurde zijn oogleden blauw en lakte zijn nagels. “Ik wil een meisje zijn” fluisterde hij. Alles moest weer uit en af als hij naar huis toe ging. “Niet aan pappa vertellen” zei hij gehaast terwijl hij zijn jas aan deed. Na nog een laatste blik in de spiegel rende hij naar buiten waar zijn vader hem opwachtte.
Zijn ouders wilden niets weten van zijn wens een meisje te willen zijn. Het was een verzinsel van school. Beschamend en een schande voor de hele familie. “Niet meer over praten” zeiden ze. Dan is het er niet meer dachten ze.
Hij kwam in de puberteit en verkleedde zich niet meer. Niemand vond het nog schattig. Zijn verlangen werd geheim en speelde zich alleen nog af in zijn hoofd. Soms keek hij naar de meisjes die zich optutten. Hij bood aan alles op te ruimen. Als iedereen de klas uit was, probeerde hij de lippenstift, de oogschaduw, de mascara, de rouge uit. Hij poetste alles er weer haastig af wanneer hij iemand op de gang hoorde. De roze half gelakte pinknagel vergat hij en werd gezien door een klasgenoot. Hij verstopte zijn hand in zijn mouw en boog zijn hoofd vol schaamte over zijn schrift. In zijn broekzak zat het potje nagellak.
Hij was bang gepest te worden. “Net zoals mijn vader op zijn werk”. Hij vertelde hoe zijn vader elke dag verdrietig uit zijn werk kwam en het eerste uur niet kon praten. Hij zag zijn vader huilen als hij in zijn auto zat te roken. Soms ging hij naast hem zitten. Zijn vader zette muziek aan en ze reden samen weg.
Berat zit nu op de praktijkschool. Hij spreekt dagelijks met de directeur van de school. “Ze pesten me. Ze schelden me uit en zeggen dat ik een homo ben”. Buiten staan ze hem op te wachten. Ze zijn met veel. Hij durft niet alleen naar de bushalte te lopen.
Berat is al lang weg als de marktvrouw de lichtroze jurk terug stopt tussen de andere jurken.. “Kan ik je helpen?” vraagt ze.
- Fietsenhok - 2 maart 2024
- Ik wil een meisje zijn - 13 april 2021
- Makkelijk praten - 18 februari 2021
Ptrachtig Anneke
Heel mooi en gevoelvol opgeschreven. Wat zou het toch mooi zijn als iedereen gewoon zijn of haar eigen voorkeur kan volgen, zonder veroordeling van anderen. Ik zag vorig jaar in het Tropenmuseum de tentoonstelling over gender identiteit. Heel bijzonder en verrijkend.
Mooi stuk! Als vader van een kind met genderdisforie herken ik het verhaal enorm, maar dank ik God om m’n blote knieën dat haar omgeving er fantastisch mee omgaat.