Ieder mens wil graag een keer een held zijn. Een kind uit een brandend huis redden, een oplichter ontmaskeren, een slagaderlijke bloeding stelpen of een doofpot aan de kaak stellen, we dromen er allemaal wel eens van. Een populaire positie in de categorie helden is die van de vrijheidsstrijder. Vrijheidsstrijders staan niet alleen voor het leed van een heel volk, maar hoeven hun inzet niet alleen te beperken tot één geïsoleerd incident.
In Nederland hebben vrijheidsstrijders het doorgaans niet makkelijk. Nederland is een monarchie waarin de macht van de koning hooguit symbolisch is. We hebben een gekozen regering die gecontroleerd wordt door een gekozen parlement, een rechtspraak die gebonden is aan de Grondwet en de vrijheid van meningsuiting is vrijwel onaantastbaar. Daarnaast is het aantal verdwijningen van militante kopstukken al jaren onveranderd laag en kan ik mij even geen politieke moord herinneren die aantoonbaar gelinkt was aan een overheidsopdracht. Dat betekent dat veel vrijheidsstrijders er wat bij moeten doen om de eindjes aan elkaar te knopen.
Bijzondere tijden
Misschien is het daarom dat steeds meer vrijheidsstrijders de lat om in opstand te komen steeds lager leggen. Waren het vroeger vooral dictatoriale regimes, militaire moordbrigades en etnische zuiveringen waartegen men ten strijde trok, tegenwoordig is het voldoende als je vrouw niet meer naar de Hema mag, je klaverjasavond voor twee weken wordt platgelegd of als je de kassière van de buurtsuper niet meer in d’r nek kan hoesten. Ook dan is het tijd om met je kornuiten het Museumplein op te trekken en slag te leveren met de onderdrukkers.
Laten we wel wezen, we leven in bijzondere tijden en omstandigheden. We hebben te maken met bijzondere maatregelen in bijzondere situaties. Dat we daarbij het nut en effect van bepaalde maatregelen afzetten tegen ons persoonlijk ongemak is niet meer dan menselijk. In Nederland mag je daar ook een eigen mening over ontwikkelen en daar voor opkomen. Als je een dansleraar met een verschroeide octopus op z’n achterhoofd eerder gelooft dan een leger van academici die al hun hele leven onderzoek doen, dan is dat jouw goed recht.
Oneigenlijke sentimenten
Ga dan ook vooral demonstreren als je niet tevreden bent. Ga met je matties koffie drinken op het Museumplein en betoon eer aan gevallen rappers en vage vloggers die zich verweren tegen de Van Dissels en de Ruttes die je leven ontregelen. Roep wat je dwars zit en laat merken dat je het er niet mee eens bent.
Wat ik echter niet zo goed trek zijn de referenties naar de laatste wereldoorlog, een trucje dat veel activisten gebruiken om te magere argumenten even lekker aan te dikken met oneigenlijke sentimenten. Demonstranten die roepen dat ze “vechten voor onze vrijheid” en zich “verzetten tegen de onderdrukking”. Agenten, toezichthouders en politici worden uitgescholden voor NSB’ers, nazi’s, SS’ers en Gestapo’s, alles “overdrachtelijk” natuurlijk, maar zonder enig historisch besef van waaraan gerefereerd wordt. En dan heb ik het nog niet eens over uitspraken als “de klok gaat in het weekend terug naar 1940” of “75 jaar vrijheid net niet gehaald”.
Doodgeschoten
We hebben het dan over een tijd waarin mensen als Hannie Schaft, Titus Brandsma of Gerrit van der Veen streden tegen een bezetting waarin avondklokovertreders geen bekeuring kregen, maar werden doodgeschoten. Er werden geen restaurants gesloten, er was gewoon geen eten. Je mening geven, demonstreren of zelfs de waarheid vertellen konden je een kogel opleveren. Een zelfde lot was je beschoren als je een blaadje drukte of een radio in huis had. Dus voor welke vrijheid strijd je nu eigenlijk? Is het ongemak van even een tijdje niet naar de dartclub, de kroeg, de Chinees of de Gamma kunnen dan écht op één lijn te stellen met de ellende uit die periode? Is het misschien mogelijk dat je daarmee oorlogsslachtoffers, overlevenden en nabestaanden ernstig schoffeert?
Beste hedendaagse vrijheidsstrijder, kom eens uit je verwende en semi-activistische bubbel. Jouw vrijheid wordt jou niet ontnomen, je kunt er gewoon niet mee overweg.
* Laatste revisie op 31 januari 2021 door Redactie AC
Inderdaad, een ”bubbel” dat geldt voor veel mensen en ook voor deze semi-activisten. En dan zijn er nog die weer vanuit hun eigen persoonlijke bubbel de semi-activisten omarmen. Treffend voorbeeld hiervan gisteren in Buitenhof, vraaggesprek van Twan Huys met klimaat ontkenner Thierry Baudet, die alle zorgen van de wereld ontkent. Alle struisvogels van Nederland: stem op die man, dan is zijn kostje gekocht.