Kerstfeest geëxplodeerd – Ik was bij het tuincentrum. Om precies te zijn: tuincentrum Osdorp in Amsterdam Nieuw-West. Als Jezus zelf zijn geboorteplaats had kunnen bepalen, zou hij ruim tweeduizend jaar hebben gewacht en als locatie Tuincentrum Osdorp hebben gekozen. Daar is Bethlehem namelijk niks bij. Geen koude stal, maar voormalige tuinderskassen, waar nodig lekker verwarmd. Met restaurant. Geen herders of wijzen uit het oosten, maar voornamelijk grijze senioren uit de verre omtrek, waar nodig met rollator of scootmobiel. Daar had hij als Verlosser veel meer aan kunnen verdienen dan aan die armzalige herders. De oorspronkelijke ster van Bethlehem verbleekt bij de massa kerstverlichting.
Allemaal uit China, gok ik. De Chinese werknemers die al die lichtsnoeren in elkaar knutselen hebben denk ik geen flauw benul wat Kerstmis inhoudt, maar het geeft lekker brood op de plank.
Kerstfeest geëxplodeerd
Sinds de uitvinding van het LED-lampje is het kerstfeest geëxplodeerd. Vooral dus in de tuincentra. Geen idee waarom eigenlijk. Het begon met de kerstbomen al dan niet met kluit. Maar in de jaren daarna waren ze niet meer te houden. Uitzinnig van kerstvreugde. Hele kerstdorpen worden er ingericht, inclusief kabelbanen en zingende rendieren.
Enigszins verdwaasd volgde ik de eindeloos slingerende looproute tussen de kerstversieringen door. Ikea is er niks bij, zoveel kilometers maakte ik. Kerstbomen, kunstkerstbomen, ballen, pieken, slingers, arrensleden van ijzerdraad, miniconifeertjes ondergespoten met kunstsneeuw, rendieren, kerstmannen (of is het kerstlieden?), kerstmutsen, kandelaars, kaarsen enzovoort: containers vol ongedefinieerde troep uit de lagelonenlanden. Je kunt het zo gek niet verzinnen of het is al verzonnen.
Heftig verkrampte heupen
Volkomen overprikkeld zocht ik rust in het restaurant. Tussen de rollators door bevocht ik een plekje. Ik had hoofdpijn van de kerstmuziek en verkrampte heupen van het ronddolen. Ik kon niet meer, ik had de neiging mij een van de rondslingerende rollators toe te eigenen. Dat zou diefstal zijn en hoewel er borden stonden dat er wegens de vele diefstallen tassencontrole mogelijk was, redeneerde ik dat een rollator toch niet in een tas paste.
Maar ze bedoelden waarschijnlijk de kerstprullaria. Die moest ik dan maar in mijn zakken proppen. Je bewijst zo’n tuincentrum er een dienst mee. Want na de kerst moet al die troep toch maar weer opgeruimd worden. Waar laten ze die eigenlijk? Slaan ze die op of gooien ze die weg?
Ik denk dat bij de prijs van kerstartikelen zit ingecalculeerd dat het onverkochte deel wordt vernietigd of opgeborgen tot volgend jaar. Dus het scheelt weer kosten als ik een paar van die kerstballen achterover druk.
Breken is betalen
Ik doe dat natuurlijk niet echt, maar tijdens de eindeloze wandeltocht raak je toch aan het fantaseren. Zeker als je bij de kerstballen ziet staan: ‘breken is betalen!’ Ik moet dat nog zien. Wat gaan ze doen? Mij met geweld richting kassa slepen vanwege een gebroken kerstbal? De politie bellen?
Na mijn overdenkingen in het restaurant vervolgde ik mijn weg. Ik moest hier tenslotte op enig moment weer uit zien te komen, net als bij Ikea. Onderweg vond ik nog een plastic donut. Die leek mij wel geinig voor in de kerstboom. Hij zat vol glitters. Ik kon kiezen tussen eentje mét of zónder hap eruit. Ik koos zonder, want ik wil geen aangevreten donuts in mijn boom. Later, in de enorme rij bij de kassa, stond iedereen mij lachend aan te kijken. In mijn onnozelheid dacht ik nog dat dit kwam door de kerstsfeer, die iedereen blijmoedig stemde. Maar mijn vrouw attendeerde mij er later grinnikend op dat mijn gezicht onder de glitters zat doordat ik met mijn handen over mijn wangen had gewreven. Ik was weer eens de risee van het tuincentrum.