Eind jaren vijftig voer ik als jeugdig koopvaardij officier op het KNSM schip s.s. Titus, dat in de naoorlogse jaren vreedzaam had gevaren op de Middellandse Zee. Het oude stoomschip was aan het einde van zijn dienstperiode en maakte tot besluit nog een reis op ‘de West’: de Antillen en de Verenigde Staten. We lieten op de vierde mei ons anker vallen op de rede van St. Lucia.
We waren ons welbewust dat het een bijzondere dag was en luisterden naar Radio Nederland Wereldomroep, waar de Dodenherdenking werd uitgezonden, in het bewustzijn dat het schip waarop wij voeren alle vijf oorlogsjaren aan convooivaart had deelgenomen. En telkens ‘de dans was ontsprongen’, terwijl rondom schepen naar de bodem werden gejaagd of in brand geschoten. De mensen die toen aan boord waren moesten wel veel hebben meegemaakt, welke verhalen waren hier nog aan verbonden – en waren ze ooit verteld?
9 mei 1940
Een oudgediende kende iets van de historie van de Titus. Op de avond van de 9e mei 1940 vertrok het schip vanaf het Amsterdamse KNSM eiland naar zee. In verband met oorlogsdreiging waren alle Nederlandse koopvaardijschepen onder marinecommando gesteld en opgedragen onmiddellijk naar zee te gaan. Nederland dacht nog lang neutraal te blijven tegenover de Duitse dreiging. Maar al op 10 mei zou de niet-aanvalsovereenkomst worden gebroken aan de oostgrens en een verrassende luchtaanval op Rotterdam worden uitgevoerd.
De Titus lag in de ochtend van de 10e mei voor de zeesluis in IJmuiden, klaar voor een ‘vluchtreis’ de zee op. De kapitein wilde snel uitvaren om een vijandige aanval te ontgaan, want juist in de haven te liggen was onder grootste dreiging. Maar het marine commando gaf opdracht te blijven liggen in IJmuiden – voor de evacuatie van ‘enkele belangrijke personen’ en een ‘geheime vracht’ naar Engeland. Het moeten heel angstige uren zijn geweest voor de Titus-bemanning van toen. Zolang het schip daar weerloos aan de kade lag vormde het een gemakkelijk doel voor een luchtaanval vanuit Rotterdam, dat al door de Luftwaffe bestookt werd.
5 ton goud
De geheime vracht kwam met een speciaal transport van twee vrachtauto’s. Die kwamen van de Nederlandsche Bank: 5 ton goud in staven, een deel van onze Nationale Goudreserve. Passagiers en goudlading zijn op 13 mei ongedeerd in Engeland aangekomen en het goud werd in een Londense bankkluis opgeslagen.
Een heroïsche daad van deze kleine s.s. Titus. We waren weer even stil van eerbied. Die oorlog, zolang er nog overlevende schepen in de vaart bleven zou die me nog lang blijven achtervolgen.
Foto: Koopvaardij archief.
Nog mazzel dat de kapitein niet stiekem koers heeft gezet naar de Bahama’s o.i.d. 😉
Als gezagvoerder van een schip van de KONINKLIJKE Nederlandsche Scheepvaart Maatschappij ben je uiteraard zeer gezagsgetrouw. Bovendien waren er bewakers mee…
Mijn vader Geerd Peters uit Limburg heeft ook eind jaren 50 op de Titus gevaren. Caribisch gebied, Rio Orinoca , Philadelhia en New York. Wellicht kent u hem.