De anderhalvemetersamenleving komt eraan. Treinen, bussen, pontjes, trams en metro’s vervoeren op dit moment nog maar 10 procent van het aantal passagiers van voor de coronacrisis. Onder die omstandigheden lukt het net om anderhalve meter afstand te houden. Maar als de universiteiten weer open gaan, de toeristen weer komen en als het woon-werkverkeer weer op gang komt, is dat onmogelijk.
Het NRC sprak met experts over gevolgen voor de mobiliteit. Pedro Peters, voorzitter van OV-NL, de branchevereniging van de openbaarvervoerbedrijven: “Vóór de coronacrisis waren we in de spits al blij als we tien centimeter van elkaar stonden.”
Mobiliteit op rantsoen
We zullen vooral minder gaan reizen, vaker thuis gaan werken en studeren. Mobiliteit gaat op rantsoen. Volgepakte treinen, pontjes en trams en bussen zullen passé blijven. Er gaan stoelen verdwijnen uit bussen en treincoupés, in- en uitstappen gaat veel langer duren. Wij zullen toe moeten naar een systeem van mobiliteitsrechten. Als je chipkaart op een 1 eindigt, mag je op maandag en woensdag met het openbaar vervoer. Bij een 2 op dinsdag en donderdag. Of mag je straks alleen nog maar in het openbaar vervoer als je corona-app ‘groen’ geeft?
De anderhalvemetersamenleving luidt het einde in van de spits. We gaan vaker thuis werken, we gaan het werk dat echt nog op locatie moet gebeuren over de dag spreiden of zelfs verplaatsen naar locaties waar nog wel genoeg ruimte is. Werkgevers die nu nog vaste drie- of vijfploegendiensten hebben zullen naar vierentwintigploegendiensten moeten: elk uur start weer een nieuw ploegje.
In de stad moeten we ruimte maken voor voetgangers, voetgangers en voetgangers. Veel straten moeten autovrij worden en in de woonwijken is de fiets te gast. In veel steden wereldwijd gebeurt dat al.
De fiets? Net als de auto staat deze 95 procent van de tijd stil en dan vooral op de stoep. Daar moeten we iets op bedenken. Meer deelfietsen of fietsbezit nationaliseren? Waarom niet.
De stoep vol terrassen? Dat zou de horeca helpen om meer ademruimte te krijgen. Maar dat past er nu echt niet meer bij.
Eerlijk delen?
Moeten we voorrang geven ‘prioritaire’ beroepen, zoals verpleegkundigen, agenten en leraren? Mobiliteit wordt een schaars goed, dan is de vraag: hoe verdeel je die schaarste eerlijk? Ik vrees dat mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt straks de minste keuze hebben in mobiliteit, zoals ze nu ook al de minste keuze hebben op de woningmarkt. Een oudere die een op bezoek wil bij een oude kennis? Vergeet het maar. Wie gaat bepalen wie voorrang krijgt?
In Amsterdam komen dagelijks 400.000 forensen. Die passen nooit in het openbaar vervoer. De automobilist, alleen in de auto, zit op voldoende afstand van zijn medeweggebruikers. Stapt iedereen dan straks weer in de auto, met alle gevolgen voor het klimaat van dien? Gelukkig blijkt uit onderzoek dat als je reizen in de spits ontmoedigt, mensen eerder of later met de trein zullen gaan, niet dat ze massaal in de auto stappen. Slimme overstappunten voor forensen die met auto komen zijn nodig aan de randen van de stad met de overstap op een (deel-)fiets.
Overmobiliteit: zoek het in de buurt
De grootste kans op een ander mobiliteitsbeleid ziet Wim Bot, van de Fietserbond, vooral in de huidige hausse aan thuiswerken, met alle digitale hulpmiddelen die er zijn. Vooral vergaderen door videobellen en het onderwijs op afstand nemen een hoge vlucht. Behoud van een deel van het huidige thuiswerken en het vaker videobellen en college geven kan tot een grote verandering in ons verplaatsingsgedrag leiden. Files kunnen verdwijnen en de spitsdruk op het openbaar vervoer neemt sterk af.
Wim Bot: “Vanwege leefbaarheid, gezondheid en milieu is en blijft het anders inrichten van onze steden, met meer ruimte voor voetgangers en fietsers, een topprioriteit. Tijdens deze crisis herontdekken mensen het belang van sociale contacten en van hun buurt, hun directe leefomgeving. Meer dan ooit moeten we inzetten op een leefomgeving die onze kwaliteit van leven verhoogt, die onze maatschappij socialer en robuuster maakt”.
Amsterdam jaagt de mensen nu op mooie dagen uit de parken. Andere steden wereldwijd zetten juist in op meer ruimte voor mensen in de stad. Waar blijft het post-corona plan van Amsterdam: autovrije straten voor fietsers, voetgangersgebieden en gedragsverandering? De helft van onze mobiliteit is pretmobiliteit. Kan dat niet even op een lager pitje?
* Laatste revisie op 20 april 2020 door Redactie AC